Bijdragen en subsidies voor zorgopleidingen

Er moeten genoeg mensen worden opgeleid om in de zorg te werken, om aan de zorgvraag de komende jaren te blijven voldoen. Daarom betaalt de Rijksoverheid opleidingsplaatsen voor (medische) vervolgopleidingen in de zorg. Er zijn verschillende subsidies.

Beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen

De Rijksoverheid betaalt een groot deel van de medische vervolgopleidingen via de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen. Met deze subsidie kan de organisatie die de (medische) vervolgopleiding verzorgt alle kosten betalen.

Organisaties komen in aanmerking voor een beschikbaarheidbijdrage voor:

  • medisch specialistische en soortgelijke vervolgopleidingen;
  • opleidingen in de ggz;
  • opleidingen voor medisch ondersteunende beroepen en specialistisch verpleegkundigen.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de beschikbaarheidbijdrage.

Opleidingsplaatsen en beschikbaarheidbijdrage

De Rijksoverheid stelt elk jaar opleidingsplaatsen beschikbaar waarvoor organisaties de beschikbaarheidbijdrage kunnen aanvragen. De hoeveelheid opleidingsplaatsen hangt af van de adviezen van het Capaciteitsorgaan over hoeveel nieuwe mensen er nodig zijn .

Er zijn 2 stichtingen die de opleidingsplaatsen toewijzen:

  • Stichting BOLS, voor medisch specialistische, tandheelkundige en klinisch technologische vervolgopleidingen;
  • Stichting TOP Opleidingsplaatsen, voor de ggz-psycholoog, de psychotherapeut, de klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog en de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist ggz.

De stichtingen wijzen geen opleidingsplaatsen toe voor de verpleegkundige vervolgopleidingen en medisch ondersteunende opleidingen die onder het Fonds Ziekenhuisopleidingen (FZO) vallen. Er is wel een beschikbaarheidbijdrage voor de ziekenhuizen, op het moment dat die personeel opleiden. Het Rijk adviseert de ziekenhuizen net zo veel opleidingsplaatsen vrij te stellen als dat het Capaciteitsorgaan adviseert.

Subsidie voor opleidingen publieke gezondheidszorg

Voor medische vervolgopleidingen in de publieke gezondheidszorg is er geen financiering via een beschikbaarheidbijdrage. Het gaat om de volgende opleidingen:

  • jeugdarts;
  • arts infectieziektebestrijding;
  • arts tbc-bestrijding;
  • medisch milieukundige (1e en 2e fase). 

De financiering van deze opleidingen gaat via een instellingssubsidie aan de stichting SBOH.

Subsidie voor opleidingen jeugd ggz-instelling

Ggz-instellingen die alleen zorg aan jongeren tot 18 geven vallen onder de Jeugdwet. De ggz-instellingen komen niet in aanmerking voor de beschikbaarheidbijdrage. Voor deze organisaties bestaat de subsidieregeling Opleidingen in een Jeugd ggz-instelling 2020-2022. DUS-I voert deze subsidieregeling uit.

Jeugd ggz-instellingen komen in aanmerking voor subsidie voor de opleiding tot:

  • gezondheidszorg psycholoog;
  • psychiater;
  • psychotherapeut;
  • klinisch psycholoog;
  • klinisch neuropsycholoog;
  • verpleegkundig specialist ggz.

Subsidie voor opleidingen verpleegkundig specialist en physician assistant

De Rijksoverheid betaalt de opleidingen tot verpleegkundig specialist en physician assistant via de Subsidieregeling opleiding tot advanced nurse practitioner en opleiding tot physician assistant. Beide opleidingen hebben een duaal traject: werken-leren.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) betaalt de binnenschoolse kosten voor elke student. Dat zijn de kosten die de zorgwerkgever maakt voor de opleidingen. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) betaalt met de Subsidieregeling de buitenschoolse kosten. Dat zijn de salariskosten voor de vervanging van de student. Op de website van DUS-I staat meer informatie over de subsidieregeling opleiding tot advanced nurse practitioner en opleiding tot physician assistant.

Documenten